Houtkachel – Vrijstaande woning – 1928, ’t Loo
Als back-up voor de koude winterdagen (én natuurlijk voor de sfeer) hebben we een gietijzeren houtkachel geïnstalleerd. We hebben gezocht naar de kleinste die we konden vinden die ook een aansluiting heeft voor externe luchtaanvoer (vanwege de balansventilatie en om aangevoerde koude lucht door het huis van buiten te voorkomen). Dit is de Dovre 325CB geworden, die een vermogen heeft van 2 tot 6kW met een rendement van ca. 81%. Dit kacheltje vinden we goed passen ons jaren 30-stijl interieur. Het hout dat we gebruiken halen we van ons eigen perceel af, waardoor we voor de verwarming zelfvoorzienend zijn. Daarnaast hebben we een eneorme hoeveelheid klushout over, dus voorlopig hebben we daar nog genoeg aan! Het hout zal automatisch weer terug groeien, waardoor we CO2-neutraal stoken. Daarnaast houden we op deze manier invasieve (exotische) boomsoorten zoals Amerikaanse Vogelkers en Acacia een beetje in toom op ons perceel, dus het stoken op hout is op deze manier nog nuttig ook! Het zijn snelle groeiers, dus we zullen niet snel zonder komen te zitten…
De externe luchttoevoer wordt van de buitenwereld afgesloten d.m.v. 2 kleppen (één direct achter de kachel en één aan de buitenzijde, achter een rooster), waartussen dan een luchtspouw ontstaat. Hiermee beperken we het warmteverlies dat is ontstaan door het gat door de isolatieschil. Daarnaast loopt de stalen buis vanaf de kachel tot ca. 10cm in de muur. Aan de buitenzijde zit het rooster met daarachter een terugslagklep, die in verbinding staat met de handbediende klep achter de kachel. Onderling staan deze 2 zijden nu niet rechtstreeks met elkaar in verbinding middels een (metalen) buis, zodat er ook geen koudebrug ontstaat. Samen met de kleppen in de houtkachel zorgt deze afsluiting er verder voor dat er geen ongewenste trek ontstaat door de kachel en de rookgasafvoer. De kachel zou anders als in de winter als passieve koeling gaan dienen als we deze niet gebruiken (en ’s zomers zich mogelijk juist als passieve verwarming zou kunnen gaan gedragen). Dit levert alleen maar extra warmteverlies op (of ’s zomers ongewenste opwarming). De doorvoer door het dak is extra goed geïsoleerd met vuurvaste isolatie en goed afgesloten met vuurvaste plaat en een brandseparatieplaat, zodat er ook geen tocht kan ontstaan. De gehele rookgasafvoer is daarna omkokerd met dezelfde vuurvaste plaat, om alles weer brandveilig te maken. De warme lucht die in de koker ontstaat tijdens het stoken, wordt zoveel mogelijk voor de bovenverdieping nog benut.
Ervaringen
De ervaringen zijn tot dusverre erg goed. We stoken vaker dan we hadden verwacht, maar niet in de laatste plaats omdat het leuk is om te doen en erg gezellig is. Wel is het even leren hoe je efficiënt en roetvrij moet stoken (en dan met name bij het aanmaken van het houtvuur), zodat de kachel en de pijp zo lang mogelijk schoon blijven. Dat gaat eigenlijk heel erg goed. Het kost uiteraard meer tijd om ’s ochtends een vuurtje te maken dan wanneer je gewoon de thermostaat even wat hoger zet. Maar dat hoort er nu eenmaal bij als je ervoor gekozen hebt om geen conventionele verwarming aan te leggen middels elektrische of gasgestookte apparaten. De warmte wordt door het centrale ventilatiesysteem in enkele uren door het hele huis verdeeld, waardoor het ook op de bovenverdieping invloed heeft.