Blog door Het Bewuste Stel. 27 maart 2021
Sinds maart 2021 wonen wij in een tiny house van 19m2. Verplaatsbaar, zelfgebouwd en volledig off-grid. Nu nog met z’n tweeën, binnenkort met een kleine erbij. Waarom kozen we ervoor om zo klein te wonen? Wat maakt ons huisje duurzaam? En hoe bevallen de eerste weken in het tiny house?
Waarom een tiny house?
Ons plan om in een tiny house te gaan wonen, ontstond tijdens een wereldreis per trein. We hadden niets anders bij ons dan een backpack. We waren veel buiten. En we hadden elke ochtend de vrijheid om te bepalen wat we die dag wilden doen. Dat voelde zo goed! We dachten na over de vraag hoe we dit gevoel konden vasthouden bij terugkomst in Nederland. Het antwoord: door in een tiny house te gaan wonen! Want een klein woonoppervlak betekent: weinig spullen, meer naar buiten, lagere woonlasten. En dat betekent weer: meer ruimte, tijd, aandacht en energie voor wat we écht graag willen. Zoals tijd doorbrengen met vrienden en familie, mooie plekken bezoeken binnen en buiten Nederland, een eigen bedrijf starten.
Zo gezegd, zo gedaan. We maakten een ontwerp, kochten een tiny house trailer, vonden in Utrecht een plek om te bouwen en gingen aan de slag. Halverwege het bouwen vonden we een woonplek in de nieuwe tiny house gemeenschap in Apeldoorn. En eerder deze maand was het zover: nog geen jaar nadat ons plan ontstond, verhuisden we met tiny house en al naar Apeldoorn. Onze droom was werkelijkheid geworden.
Wat maakt ons tiny house duurzaam?
Een klein huis is in de regel duurzamer dan een groot huis. Wat maakt dat dat zo is? Voor het antwoord op die vraag kijken we naar het boek ‘De Verborgen Impact’. Auteur Babette Porcelijn berekende de impact van consumenten. Ze keek daarbij niet alleen naar de impact van het gebruik van een product, maar óók naar de verborgen impact ervan. Dat wil zeggen: de impact die het produceren en transporteren heeft gekost. Denk aan water- en landgebruik, ontbossing, delving van grondstoffen, uitstoot van schadelijke stoffen en aantasting van biodiversiteit. Op basis hiervan ontstond een impact top-10. Deze top-10 wordt aangevoerd door de categorieën ‘spullen’, ‘vlees’ en ‘wonen’.
De eerste en derde categorie zijn relevant wanneer we het hebben over duurzame huizen. Heb je een klein woonoppervlak, dan heb je simpelweg minder ruimte voor spullen. En als gevolg daarvan koop je minder. Wellicht herken je het: als je weleens naar een groter huis bent verhuisd, vult je huis zich binnen de kortste keren ‘vanzelf’ met spullen. Voor je het weet staat je huis vol. In ons tiny house is weinig ruimte. We kopen dan ook weinig. We denken tien keer na voordat we wél iets kopen. En als we iets kopen proberen we dat tweedehands te doen.
Dan die andere categorie, ‘wonen’. De impact van wonen is enerzijds hoog vanwege de bouw van een huis: productie van bouwmaterialen, transport van deze materialen, grond-, weg- en waterwerkzaamheden naar woningen toe. Anderzijds is de impact hoog vanwege het verbruik: verwarming, verlichting en ventilatie.
Voor ons tiny house waren amper bouwmaterialen nodig in vergelijking met een ‘regulier’ huis. Ook hebben we zoveel mogelijk gebouwd met tweedehands materialen. Zo komen onze ramen en deuren van Marktplaats. Door ons kleine woonoppervlak verbruiken we minder energie. Daar komt bij dat we, vanwege de beperkte ruimte, kritisch hebben gekeken naar onze elektrische apparaten. We hebben bijvoorbeeld geen stofzuiger, televisie, vaatwasser of koelkast meer. Dat scheelt enorm in energieverbruik.
Ook hebben we ervoor gekozen off-grid te wonen. Dat betekent dat we niet zijn aangesloten op het stroomnet of op de riolering. We wekken energie op met zonnepanelen, we vangen regenwater op en filteren dat tot drink- en douchewater. En we hebben een composttoilet. Urine filteren we en gaat de grond weer in. Ontlasting gaat samen met het gft-afval op de composthoop achterin de tuin.
Hoe bevalt het in ons tiny house?
Terwijl ik dit schrijf, wonen we drie weken in ons tiny house. In die drie weken hebben we al verschillende weersomstandigheden meegemaakt: vorst, wind, regen en zon. Het huis heeft dit allemaal doorstaan. En ook wijzelf hebben het overleefd 😉 Wonen in een tiny house bevalt goed. Het voelt bijzonder om in een huis te wonen dat we zelf hebben gebouwd. We zijn ons meer bewust van ons energieverbruik dan voorheen, toen we in een regulier huis woonden. We zijn blij met zon (want: energie). En we zijn blij met regen (want: drink- en douchewater).
We realiseren ons nu ook met hoe weinig we toe kunnen. Aan spullen, aan woonoppervlak, aan water en aan elektrische apparaten. En dat zonder in te leveren op comfort en plezier. De komende weken gebruiken we om verder te settlen in ons fijne, kleine huis. En daarna maken we ons op voor de volgende stap in ons tiny avontuur: een tiny baby. Spannend!
Nieuwsgierig geworden?
Wil je meekijken in ons tiny house? Op zaterdag 10 april openen wij de virtuele deuren van ons tiny house. We laten je zien hoe ons huis er van binnen en buiten uit ziet. We vertellen over onze off-grid systemen, zoals zonnepanelen, het regenwateropvang en -filtersysteem en het composttoilet. En je mag ons al je vragen stellen over klein, duurzaam en off-grid wonen. Zien we je dan? Dat vinden we leuk! Aanmelden kan hier.
Wil je meer lezen over ons tiny house en andere bewuste en duurzame keuzes die we maken? Neem dan eens een kijkje bij onze woning en op onze blog hetbewustestel.nl.